zondag 12 november 2006

New York, New York

Ongeveer een maand voordat ik helemaal kapot op de Coolsingel de finish over ga en mijn eerste marathon uitloop, hebben Esther en ik ons ingeschreven voor de ING New York City Marathon op 5 november 2006. Esther wil dolgraag en er gaan meer lopers van Energie. Ik zie een beetje op tegen New York, want het parcours is veel zwaarder dan dat van Rotterdam. Bovendien heeft Esther soms last van blessures.
Eind maart houdt reisorganisator RTV Rijnmond de eerste informatieavond in Novotel. Radiopresentator en reisleider Hans van Vliet probeert ons uit te leggen waarom New York zo leuk is. Hij adviseert ons om onze naam tijdens de marathon zichtbaar te dragen voor de toeschouwers, behalve als je Kok of Dick heet. Hij vertelt dat er rond de 28 km bananen worden uitgedeeld, want daar vinden ze de lopers net bavianen: je stopt er een banaan in en ze gaan weer. Trainer Jan de Vos vertelt over de aanmoedigingen onderweg:  'als er een grote neger naast je loopt in Harlem en zegt: Hey man, in Harlem you don’t walk, you run!, dan ga je weer'. Een andere loper werd aangemoedigd met: Hey man, you look terrible! But I know you can do it.’

Tijdens de zomervakantie wil ik even niet lopen, dus dan maar lezen over lopen. Ik heb een boek van Antoine Rongen bij me met de aansprekende titel Finishen als een jonge god - op weg naar de marathon van New York. Rongen besluit New York te gaan doen. Hij is nog marathonmaagd en een onervaren loper. De trainer stelt hem een indringende vraag: Hoe wil je finishen? Als een ouwe zak of als een jonge god?. Ik was in januari 40 geworden, dus die komt aan! Finishen als een jonge god is hoog gegrepen, maar finishen als een oude zak? Dat nooit! Ik neem me voor er alles aan te doen om niet kapot over de finish te komen. De tijd kan me niks schelen, maar ik wil genieten van iedere minuut en van iedere meter. Ik wil onderweg zelfs foto’s maken.
Op zondag drie weken voor Marathon Sunday rennen we met zo’n 120 lopers acht keer de van Brienenoordbrug over. Ik loop deze heuveltraining zonder veel moeite en ook Esther is gelukkig (net op tijd!) voldoende hersteld van een blessure.

Heel in de verte ligt Manhatten.

De maandag voor Marathon Sunday vertrekken we naar New York. De douanebeambte stelt vriendelijk doch plichtsgetrouw z’n standaardvraag wat mot je hier?. Na onze uitleg zegt hij: veel succes en laat je vrouw winnen!
De marathon lééft in New York. Amerikanen en zeker New Yorkers zijn nogal prestatiegericht en vinden het heel wat dat we de uitdaging aangaan. Mensen op straat die ons in onze marathonjacks zien, spreken ons aan. Een grote, zware neger vraagt met steeds verder oplopende stem: You’re going to run the marathon?. Op NBC is er elke dag extra aandacht voor het weer op Marathon Sunday.
Op onze eerste ochtend in New York maken we een boottocht. We varen langs Manhattan, Ellis Island, het vrijheidsbeeld tot bij de Verrazano Narrows Bridge. Daarachter ligt de start. Ik kijk achter me en heel in de verte zie ik Manhattan liggen. En zelfs daar zit er zondag nog maar 2/3 op! En hoewel Esther onder de indruk is van de wolkenkrabbers, denk ik: Wat een p*kkenend!

In de Big Apple is alles the largest en the biggest. Macy’s is the world’s largest store, de openbare bibliotheek heeft the biggest collection books in the world en op Ground Zero wordt de Freedom Tower gebouwd, het hoogste gebouw ter wereld (Bush leert het ook nooit!). Ik bestel een small beer en krijg een pint. Gelukkig is de marathon hier niet de langste ter wereld, maar slechts 26.2 miles. Dat klinkt toch veel aangenamer dan 42 kilometer en 195 meter.
Ik vraag me trouwens af waarom al die lui in New York op een eilandje zo groot als Schiermonnikoog willen zijn. Er wonen op Manhattan 2 miljoen mensen en iedere werkdag komen daar nog 2 miljoen mensen bij. Een studiootje huur je daar voor $3000,- per maand. Rare jongens, die Amerikanen!
Een klein weekje New York is geen goede voorbereiding voor de marathon, want de stad lokt: het vrijheidsbeeld, Wall Street, Fifth Avenue, Brooklyn bridge, Rockefeller Center, Times Square met Broadway, Empire State Building, noem maar op. Daardoor zullen we met een paar stalbenen aan de start verschijnen. Maar ik maak me er veel meer zorgen over dat er elke dag mensen in ons reisgezelschap plotseling misselijk worden en/of aan de diarree raken.

Het Vrijheidsbeeld is één van de vele bezienswaardigheden in New York.

Zaterdagochtend zit ik al vroeg aan het ontbijt met een non (Gudy), een Hollandse boerin (Joke), een Oosterse schone (Conchita) en een tropische verrassing (Esther). Zelf ben ik de man met de (oranje) hamer, waar veel lopers argwanend  naar zullen kijken. Morgen ben ik trouwens ook gewoon bang van ‘m. Maar nu gaan we met zo’n 10.000 niet-Amerikaanse lopers de Friendship Run lopen.
We verzamelen ons bij op het grasveld voor het gebouw van de Verenigde Naties waar normaal demonstranten staan. De presentator noemt landen op en het land waarbij de meeste herrie wordt gemaakt heeft gewonnen. Als laatste noemt hij Holland en… het wordt bijna niet meer stil. You guys never dissapoint me!, zegt hij wanneer uiteindelijk toch de stilte valt. Achteraf niet vreemd, want morgen zullen 1339 Hollandse lopers de finish passeren.
Paula Radcliffe wordt gehuldigd als betekenisvolle vrouw voor de marathons, waarna we allemaal verkleed in een bonte stoet door de Streets en Avenues van Manhattan rennen. We eindigen in het met mooie herfstkleuren bedekte Central Park. Traditioneel worden daar na afloop shirts geruild. Conchita probeert een Ajax-shirtje te ruilen, maar helaas… ze raakt het aan de straatstenen niet kwijt. ’s Avonds hebben wij met de andere Energieërs onze eigen pastaparty.

Verkleed voor de Friendship Run op zaterdag voor Marathon Sunday.

Op Marathon Sunday krijgen we al om kwart over zeven een peptalk van trainer Jan de Vos: Vandaag is het jullie dag. Heel New York houdt van jullie!. ‘Wat een onzin’, denk ik. Maar later roepen de toeschouwers het ons zelf toe!
Er waren dit jaar 90.000 aanvragen, maar we mogen met ‘slechts’ 38.366 andere gelukkigen aan de start op Staten Island verschijnen. Helaas hebben acht lopers uit ons reisgezelschap zich officieel afgemeld wegens klachten met hun spijsvertering en verschijnen anderen nog halfziek aan de start.
Het is koud, maar het zal droog en windstil blijven. We lopen naar ons startvak. Heel in de verte horen we een kanonschot en 12½ minuut later passeren we de start. Het daaraan voorafgaande volkslied hebben we gemist.
Maar de Verrazano Narrows Bridge en vooral het fantastische publiek maakt alles goed. Bands langs het parcours spelen opzwepende muziek. Toeschouwers maken op sommige plaatsen zoveel herrie, dat het lijkt of we al bijna bij de finish zijn. You're all winners en Hans, Esther you're doing a good job, riepen ze en bij sommige kerken heel toepasselijk Jezus loves you!
Amerikanen rekenen in miles, maar vreemd genoeg registreren ze je ‘split times’ iedere 5 km. Mijn broer ontvangt deze tussentijden bijna direct per e-mail. Het is een vreemd gevoel, wanneer je zo’n registratiepunt passeert en weet dat iemand een paar duizend kilometer verderop ijverig ons verval zit uit te rekenen.
Bijna de helft van de marathon speelt zich af in Brooklyn. We zien daar Afro-amerikanen, Joden, Italianen, Latino’s, enz.. Dan gaan we de Pulaski Bridge over en lopen een stukje door Queens.
Op Manhattan krijgen we hetgeen dat de New York Times runner’s emotional high noemt. We draaien de First Avenue op en zien plotseling overal toeschouwers staan, soms wel zeven rijen dik. We hebben op dat punt zo'n tweederde van de marathon gelopen en net de zware Queensborough Bridge (zonder publiek) gehad. We zien tot aan de horizon overal lopers op deze 6-baans weg. Vreemd genoeg is dit ook het punt waar mijn grote voorbeeld Lance Armstrong stuk begon te gaan.
We lopen over de First Avenue door Harlem en gaan weer een brug over. Hey, you're in the Bronx now zingt een zwarte band. In dit ongure stadsdeel schijn je je alleen op Marathon Sunday op je gemak te voelen. Een andere neger roept tegen mijn lachende vrouw: Hey sunshine, you're looking good!
Via nog een brug (hoe kan het ook anders) komen we weer op Manhattan. ‘Mooi, geen bruggen meer’, dacht ik. Maar na ongeveer 37 km wacht ons een andere leuke verassing: er moet anderhalve kilometer geklommen worden richting Central Park. Geen moeite was teveel vandaag, ik heb nergens geklaagd over de hellingen, maar nu kan ik er de humor niet meer van inzien. Andere lopers trouwens ook niet, want we halen veel wandelaars in.

Verrazano Narrows Bridge bij de start, de finish en poseren met onze medaille.

Na 4 uur en 32 minuten komen Esther en ik hand in hand over de finish in Central Park. Op de klok staat weliswaar 04:44:29, maar dat is de gun finish time (bruto tijd, ofwel tijd vanaf het schot). Later blijkt dat Esther als 22031-ste loper de finish is gepasseerd en één seconde sneller is dan ik. Tussen Esther en mij zitten nog 6 andere lopers, zodat ik als 22038-ste ben. Had ik mijn chip maar aan mijn andere schoen gedaan!
We zijn tevreden en een fantastische ervaring rijker! We hebben New York zonder problemen uitgelopen. Niet stuk, geen pijn en dus ons doel bereikt! Alle Energieërs hebben trouwens de marathon uitgelopen, waarvan sommigen met hun partner. Dus Joke, Conchita, Fred, Bert, Anita, Aad, Henk, Linda, Chris, Ria, Hans en Gudy van harte gefeliciteerd!

RTV Rijnmond heeft de reis perfect georganiseerd. En hoewel mijn Belgische collega niet begrijpt waarom je duizenden kilometers vliegt om een stukje te lopen, vind ik de New York City Marathon een fantastische ervaring die je als (marathon)loper één keer in je leven mee moet maken.

1 opmerking: